Interview met Tobias Stucki

De hogeschool als inspiratiebron

In gesprek met Tobias Stucki over het upcyclingproject 'pop-upruimte'

We spraken met Tobias Stucki over zijn pilotproject, de pop-upruimte aan de Hogeschool Bern (BFH) voor economie in het departement Circulaire Economie. Hij is codirecteur van het Instituut voor Sustainable Business en het MSc-programma Circular Innovation and Sustainability.

In uw onderzoek en opleiding hebt u zich volledig toegelegd op de circulaire economie. Wat was uw belangrijkste persoonlijke ervaring die u op dit pad heeft gebracht?

Aanvankelijk werkte ik lange tijd in het onderzoek op het gebied van innovatie, later gericht op duurzame product- en procesinnovatie. Daarbij lette ik op wat de drijfveren en effecten waren. Dan is het geen lange weg meer naar de circulaire economie. Het thema is relevant en dus was dit het sleutelmoment: juist op het gebied van duurzaamheid is innovatie nodig om de nodige impact te bereiken!

Welke rol speelt het thema duurzaamheid in de opleidingen?

Duurzaamheid is een verplicht onderdeel van alle opleidingen op het gebied van economie. De intensiteit varieert in de respectieve modules van bachelor- en masteropleidingen. In het begin is er een verplichte module en daarna optionele specialisatiemogelijkheden. In de toekomst willen we duurzaamheid echter overal als een vakoverschrijdend onderwerp integreren. Voor de masteropleiding Master of Circular Innovation and Sustainability zitten we natuurlijk op 100%. In mijn functie als codirecteur van het programma beheer ik de onderwerpen dienovereenkomstig.

U bent een circulaire pop-upruimte begonnen. Wat is het idee daarachter?

We hebben veel ruimten die nog wat ouderwets zijn en nieuwe ruimteconcepten nodig hebben: we willen weg van frontaal lesgeven naar een flipped classroom waar mensen interactief kunnen discussiëren en werken. Bij het ontwerp van nieuwe ruimtes op de campus willen we rekening houden met het thema duurzaamheid – als hogeschool hebben we tenslotte een voorbeeldfunctie. Studenten moeten realisaties kunnen waarnemen en we willen tonen dat duurzaamheid iets cools kan zijn.

Hoe wordt de ruimte gebruikt?

Op dit moment is er één ruimte, die voornamelijk gebruikt wordt voor het masterprogramma. Maar het is de bedoeling dat we dit model uitbreiden naar andere ruimten en het dan geleidelijk aan bij iedereen op de hogeschool introduceren. We hebben het bestaande meubilair 1:1 gebruikt voor de realisatie van de upcycling en hebben het project tijdens het werksemester geïmplementeerd. De feedback over de vormgevende aanpak van ontwerper Björn Ischi is zeer positief. Het meubilair is praktisch en studenten hebben toegang tot meer gedetailleerde informatie over het project via QR-codes op de tafels. Eigenlijk is het een proefballon. Maar het concept is geslaagd.

In hoeverre dient de ruimte om de inhoud van de cursus over te brengen?

In het kader van onze uitgebreide verkenning van circulariteit werpen we hier een diepgaande en aanschouwelijke blik op het thema en bezoeken we ook Girsberger als fabrikant om ter plaatse workshops te houden in samenwerking met Björn Ischi.

»Transformatie heeft tijd nodig. Als we in de buurt van onze milieudoelstellingen willen komen, moeten we grotere stappen nemen dan we nu doen.«

Zijn er basisrichtlijnen voor de realisatie van de circulaire economie in de praktijk – bijvoorbeeld in interieurbouw en meubelbouw?

We geven studenten alleen de eerste inspiratie. Vervolgens moeten ze de kennis die ze hebben opgedaan over de circulaire economie toepassen op specifieke cases die ze zelf kiezen. Maar het hoeft niet per se de meubelsector te zijn. Het kan ook over bedrijfsmodellen gaan. Ze moeten geval per geval mogelijke benaderingen aantonen en een concept ontwikkelen. De Circular Economy kan overal ontstaan!

In hoeverre bent u betrokken bij de planning van Campus Bern (2027) en Campus Biel (2030) met betrekking tot de circulaire economie? Is de pop-upruimte ook een gewenst experimenteergebied hiervoor?

Zoveel invloed heb ik niet. Het zal zeker op directieniveau worden besproken. Er is een vertegenwoordiger van het departement en ook een architect binnen de hogeschool die deze belangen in het bouwproject behartigt. We hebben ons ertoe verplicht om duurzaam in te kopen. In het ideale geval blijven we ons meubilair gebruiken en schalen we de realisatie van de circulaire pop-upruimte op naar de plannen voor de nieuwe campusprojecten. Waar nodig zullen conceptuele aanpassingen worden gedaan.

»In haar eindfase is de circulaire economie een radicale transformatie. Ze raakt de kern van de hele economie. Ik zou willen dat alle mensen meer moed zouden tonen.«

Heeft de hogeschool een circulair bedrijfsmodel dat baanbrekende en realiseerbare aanknopingspunten biedt voor geïnteresseerde bedrijven?

Enerzijds willen we ons op deze onderwerpen richten. We willen oplossingen bieden, maar we moeten ons distantiëren van adviesbureaus om geen conflicten uit te lokken. We willen dat ons onderzoek effect heeft. We hebben bijvoorbeeld een benchmarktool ontwikkeld zodat bedrijven zichzelf kunnen vergelijken en zien waar ze staan op het gebied van de circulaire economie. En niet onbelangrijk: de afgestudeerden stappen vervolgens in het bedrijfsleven en geven hun kennis door.

Hartelijk dank voor het interview!

Interview: Dorothea Scheidl-Nennemann
Foto's: Daniel Kuhn